De hand van Arsoekidze

Zondag vandaag. Een mooie dag en een warme dag. Zin om de auto te pakken voor een rit van ongeveer 20 kilometer naar het ten noorden van Tbilisi gelegen stadje Mtskheta. Deze voor Georgiers heilige plek staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO en dat heeft zo zijn reden. Maar daarover straks meer. Want voordat we Mtskheta binnenrijden, zien we hoog op een rotspunt het eeuwenoude Jvari- of Kruisklooster afsteken tegen de blauwe lucht. Dit klooster werd tussen 590 en 605 na Chr. gebouwd daar waar de rivieren Mtkvari en Aragvi samenstromen en biedt een schitterend uitzicht over Mtskheta in de diepte. Rijdend langs de rivier zien we aan de overzijde het stadje met de rode daken sluimeren in de ochtendzon. De Svetitskhoveli-kathedraal reikt met zijn hoge spits tot ver naar de hemel. Een magistraal gezicht! We willen de auto parkeren aan de toegangsweg, maar een geslotenverklaring (!), zakpalen en een patrouillewagen van de politie gebieden ons dit toch maar niet te doen. Via de megafoon worden vergeefs de eigenaren van een Mercedes en een Audi verzocht hun wagens weg te halen. Op straffe van een pittige bekeuring (bijna een derde van een gemiddeld maandsalaris...). We zetten onze tocht te voet verder voort. Petje af voor het restauratiewerk dat hier verricht is! Het ommuurde complex in Mtskheta met op het binnenterrein de Svetitskoveli-kathedraal ziet eruit als een onneembare vesting. Mtsketa is een van de oudste steden in Georgie en zijn oorsprong gaat terug tot voor 1000 v. Chr. Tussen de 3de eeuw voor en de 5de eeuw n. Chr. was het de hoofdstad van het Georgische rijk Iberia. Hier werd het Georgische Orthodoxe geloof in 337 uitgeroepen tot staatsreligie en werden er in de kathedraal koningen gekroond en begraven. Met de bouw van de kathedraal is een legende verbonden. We lopen om het gebouw heen en zien hoog in de muur een relief: de hand van architect Arsoekidze. Volgens de legende was zijn leermeester zo jaloers op het door zijn leerling geleverde vakwerk, dat hij zijn invloed aanwendde om de rechterhand van de arme Arsoekidze te laten afhakken... Een andere legende is verbonden met de naam die de kathedraal draagt: "de leven gevende (tskhoveli) pilaar (sveti)". Al nieuwsgierig? Komt ie. Elias, een Georgische Jood, was ten tijde van de kruisiging van Jezus Christus in Jeruzalem en kocht het gewaad van Christus van een Romeins soldaat. Hij keerde terug naar Mtskheta en bij het aanraken van het gewaad stierf zijn zus. Men kon het gewaad niet lostrekken uit haar handen, dus werd zij er mee begraven. Uit haar graf groeide later een enorme cederboom. De boom werd omgehakt en van het hout werden zeven pilaren gemaakt om een kerk van te bouwen. De zevende pliaar beschikte over magische en genezende krachten. Architect Arsoekidze heeft daar bij mijn weten niet zijn voordeel mee kunnen doen; hij overleed voor de bouw van de kerk gereed was...